Zowel op bestuurlijk vlak als vanuit ondernemerszijde zoeken partijen in Meierijstad en de Brainportregio elkaar steeds beter op. Op 20 maart kwamen honderd ondernemers en bestuurders uit dit gebied bij elkaar om het met elkaar te hebben over de kansen die deze samenwerking biedt.

Burgemeester Kees van Rooij gaf aan dat hij ervan overtuigd is dat de regio’s elkaar niet alleen bestuurlijk en economisch enorm kunnen versterken, maar ook op het gebied van goed wonen en leven elkaar vooruit kunnen helpen. Een boodschap die door collega-bestuurder Stijn Steenbakkers, wethouder Brainport, economie, onderwijs, KnoopXL en Eindhoven-Noordwest, meteen werd ondersteund. Deze zomer heeft het Algemeen Bestuur van de Metropoolregio Eindhoven (MRE) zich immers positief uitgesproken over het aangaan van bovenregionale samenwerkingen en onlangs is de formele aansluiting bij onder andere Weert en Meierijstad formeel bekrachtigd. Dat betekent dat de regio’s samen concreet aan de slag gaan om te kijken waar ze elkaar kunnen versterken waar het gaat om de werving en uitwisseling van talentvol personeel, een concrete aanpak van de woningbouwbehoefte, ruimte voor geschikte werklocaties en een effectieve aanpak van de mobiliteitsopgave.

Stevige uitdagingen, die de schaalsprong van de regio met zich meebrengt en zichtbaar en voelbaar zijn tot ver buiten de regio. En dus is samenwerking met aangrenzende regio’s niet alleen wenslijk maar absoluut noodzakelijk. Op deze wijze kunnen de doelen van de Brainport Agenda beter en sneller gerealiseerd gaan worden.

Dat samenwerking op genoemde terreinen kansen biedt werd onderschreven door de aanwezige ondernemers en kopmannen Tiny Sanders en Herman Molenaar van ondernemersclubs WTC Eindhoven en Platform Ondernemend Meierijstad. Toch liet Herman Molenaar ook een krachtige waarschuwing horen. Hij stelde dat samenwerking een mooi iets is, maar wees er de aanwezigen op  dat het ook tot iets concreets moet leiden. Dat er concrete oplossingen moeten komen voor de problemen rondom energie, het woningaanbod voor jonge mensen (de medewerkers van morgen en overmorgen), de toenemende (vaak verborgen) armoede waar steeds meer mensen mee te maken krijgen of de wirwar aan wet- en regelgeving die ons land en dus ook het bedrijfsleven verlamt.

De komende periode worden de samenwerkingskansen verder geconcretiseerd, met aandacht voor wonen, werken en leven. De A50 als onze gezamenlijke “spoorzone” en daarmee ontwikkel-as en kans voor nieuwe voorzieningen en betere bereikbaarheid is daarbij een van de mogelijkheden.